Menu
Zoek
Zoeken Annuleren

Fotoboek

Nieuws

Leerlingenzorg

Interne begeleider
Juf Mariska Dijks is op onze school de interne begeleider (IB-er). Zij is op dinsdag en donderdag ambulant om deze functie uit te voeren. Specifieke taken die behoren bij deze functie zijn:
 - Coördinatie en bewaking van de leerlingenzorg;
 - Ondersteuning en begeleiding van het leerkrachtenteam;
 - Bewaking en borging van de leerprestaties/-opbrengsten;
 - Bewaking van de evenwichtige ontwikkeling van de leerlingen (ook sociaal-emotioneel);
 - Aansturing en meedenken over verandering op pedagogisch en didactisch gebied;
 - Onderhouden van contacten met externe deskundigen;
 - Deelname aan managementteam van de school;
 - Leiden en organiseren van gesprekken met ouders, leerkrachten en/of externe deskundigen;
 - Deelname aan het netwerk IB-ers (op stichtingsniveau);
- Voorbereiden en leiden van leerlingenbesprekingen en zorgvergaderingen.
Verder is de IB-er een aanspreekpunt binnen de school als het om leerlingen(zorg) gaat en schrijft zij samen met de directie het zorgplan. Een IB-er is een belangrijke onmisbare schakel in het moderne onderwijs. 

Zorgstructuur

Passend onderwijs
Sinds 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht. Kernpunten uit deze nieuwe wet zijn dat:
- Reguliere en speciale scholen op het gebied van ondersteuning aan leerlingen samenwerken;
- Scholen zorgplicht hebben (de school waar de leerling schriftelijk is aangemeld dient te zorgen voor een passende plek indien er sprake is van zeer specifieke onderwijsbehoeften van een kind); 
- Scholen en gemeenten / jeugdhulpverlening werken samen aan de integrale ondersteuning aan leerlingen vanuit onderwijs en zorg;
- Er minder regelgeving vanuit Den Haag komt, maar dat er meer in de eigen regio geregeld gaat worden.

Samenwerkingsverband en sub regio
De school van uw kind maakt deel uit van het schoolbestuur Stichting Brigantijn Alle schoolbesturen in de gemeenten Enschede, Hengelo, Hof van Twente, Oldenzaal, Haaksbergen, Borne, Dinkelland en Losser zijn verenigd in het Samenwerkingsverband (SWV) 23-02 PO. Dit samenwerkingsverband is opgedeeld in drie sub regio’s; Enschede, Plein Midden Twente (Hengelo, Borne, Haaksbergen, Hof van Twente) en Noord Oost Twente (Oldenzaal, Losser en Dinkelland). De scholen van Stichting Brigantijn vallen onder de sub regio Plein Midden Twente. De besturen in iedere sub regio werken nauw samen met de andere schoolbesturen uit de regio om optimale ondersteuning aan ieder kind te kunnen bieden en expertise met elkaar te delen.
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen
Door observaties en toetsen die bij de methodes horen, wordt de ontwikkeling en de vordering van de kinderen nauwkeurig gevolgd. De leerkrachten maken hiervan aantekeningen in de groepsmap. Daarnaast maken we gebruik van het leerling- en onderwijsvolgsysteem (LOVS) van het CITO. Hierdoor worden de vorderingen van de leerlingen enkele keren per jaar op vele gebieden getoetst en de resultaten worden vergeleken met de landelijke resultaten. De uitkomsten worden digitaal verwerkt en vastgelegd in ons administratie- en leerlingvolgsysteem Parnassys. Steeds weer wordt bezien in hoeverre de toets resultaten aanleiding geven tot aanpassing c.q. actualisering van ons onderwijs. Twee keer per jaar wordt er een groepsbespreking gepland; een overleg tussen intern begeleider en de groepsleerkracht. In deze groepsbespreking worden alle kinderen van de groep besproken. In de groepsbespreking wordt besproken welke maatregelen er moeten worden genomen om de leerlingen op adequate wijze te kunnen begeleiden. Waar mogelijk bieden we onderwijs op maat. Een aantal kinderen heeft naast het klassikale onderwijs extra zorg en individuele hulp nodig.
In groep 8 maken alle leerlingen de Cito-eindtoets. De toets geeft een overzicht van de stand van zaken van de kennis van het kind op dat moment. In de meeste gevallen is dit een bevestiging van wat de leerkrachten al hebben geconstateerd over uw kind.

Rapportage aan de ouders/verzorgers
We vinden het belangrijk de ouders/verzorgers regelmatig te informeren over de ontwikkeling en over de leerresultaten van hun kind. Omstreeks november nodigen we de ouders uit om met hen over de (sociaal emotionele) ontwikkeling en vorderingen van hun kind te spreken. In februari ontvangen de ouders het eerste schriftelijke rapport. Dit rapport bevat onder andere de beoordelingen die gegeven worden voor de diverse vakken. De resultaten worden tijdens de 10 minuten gesprekken met de ouders besproken. In juni krijgen de kinderen het tweede rapport mee naar huis. Bij het laatste rapport kunnen ouders of leerkracht aangeven of ze een gesprek wensen. Ouders/verzorgers die tussendoor informatie willen, kunnen daarvoor een afspraak maken met de groepsleerkracht. Alle kinderen, behalve de instromers, krijgen twee keer een rapport mee. Op het rapport treft u beoordelingen aan in cijfers en ook in termen van goed, ruim voldoende, voldoende en matig. 

Rapportage
Mocht er voor een bepaald vak toch een onvoldoende op groepsniveau zijn, dan geven we toch een zes of een matig. Dit gebeurt echter wel in overleg met de ouders/verzorgers. Dit besluit hebben we genomen omdat we van mening zijn dat een onvoldoende niet motiverend werkt. Kinderen doen altijd hun best, de inzet is wel voldoende echter de leermogelijkheden zijn van kind tot kind verschillend. De ouders/verzorgers zijn dus wel op de hoogte van een onvoldoende score op groepsniveau en het kind kan zonder schroom het rapport laten zien.
Meer- en hoogbegaafdheid

 

Vervroegde doorstroming en verlenging

 

Opbrengsten

 

Remedial teaching

Remedial teaching wordt bij ons op school onder andere uitgevoerd door onze onderwijsassistent juf Maria. Het werk van de onderwijsassistent op onze school is, zoals het woord al zegt, het assisteren bij met name lezen en rekenen. 

Juf Maria doet dat op 3 ochtenden, de maandag- dinsdag- en donderdagochtend, telkens met kleine groepjes kinderen. 
Zo komen er kinderen die werkwoordspelling nog lastig vinden, kinderen die extra ondersteuning nodig hebben bij het lezen en kinderen die rekenopgaves nog niet geheel zelfstandig kunnen maken en extra hulp goed kunnen gebruiken.  
De leeskinderen krijgen ook oefeningen mee naar huis. Het is mooi te zien dat ze thuis fanatiek oefenen en op donderdag laten horen hoe goed ze thuis hebben gelezen.  
Ook de rekenkinderen zijn goed bezig, ze willen soms niet eens stoppen met de les, omdat ze door hebben hoe ze de sommen kunnen maken. 

Het overleg over het in te zetten materiaal en ook over welke kinderen de hulp heel erg nodig hebben, gaat via de intern begeleider en de groepsleerkracht. Zij blijven er verantwoordelijk voor.